Beste allemaal,
Afgelopen vrijdagochtend zijn wij teruggekomen van onze reis uit Oost-Canada. Graag wil ik jullie onze gereden route meegeven (die een beetje anders is dan de geplande route van hierboven) met een klein verslag met wat tips erbij bij elke plaats waar we zijn geweest.
Om te beginnen: het was een fantastische reis met mooie natuur, prachtige meren, dichte bossen en geweldige kustlijnen. Het autorijden viel mij mee, we hebben in 2 weken tijd iets meer dan 3000 km gereden (ik heb als enige een rijbewijs) en dat beviel goed. Het rijden is relaxt, zeker langs de provinciale wegen. Ook het kamperen is heel goed bevallen: de kampeerplaatsen zijn meer dan ruim te noemen met veel privacy en het sanitair is over het algemeen schoon. De mensen zijn heel erg aardig en behulpzaam, vooral in Nova Scotia viel dit op. In Quebec is alles erg Frans, met de Franse arrogantie (“ Parlez vous Anglais?” “Non!”). New Brunswick is als enige provincie officieel tweetalig, maar meer gericht op Engels dan op Frans.
QUEBEC
dag 1: aankomst vriendje in Montreal.
Gegeten in Rue st Denis, boven rue Sherbrooke. Op Rue st Denis was ons hotel, auberge St. Louis. De kamers zijn prima, ontbijt wordt elke avond gebracht in een teil en in de koelkast gezet (jus d'orange, muffin, hard gekookt ei, niet heel verse croissant (die ingeruild kon worden voor een bagel, 2 boterhammen of cornflakes), reepje kaas, jam, boter, bakje vers fruit, yoghurtje). Op zich fijn dat je zelf kan bepalen wanneer je je ontbijt eet, maar na een paar dagen begint het toch te vervelen. Rue st Denis is echt de studentenwijk. Altijd wat te beleven! Vanaf boven rue Sherbrooke ook goede restaurants te vinden.
dag 2: rondwandelen in Montreal
Omdat ik al bijna een week in Montreal was ivm congres, had ik een stadswandeling uitgestippeld waarmee je in 1 dag een hele goede indruk krijgt van de stad. We liepen naar Rue St Catharine (de grote winkelstraat), waar je ook het ondergrondse leven in kunt. Montreal heeft een ondergrondse stad die vooral in de winter gebruikt wordt als er veel sneeuw ligt. In de zomer is het er juist lekker koel. Doet denken aan een combi van Hoog Catharijne in Utrecht en een metrostation. Dan verder richting het water en Vieux Montreal. Dit is een erg toeristisch gebied met veel souvenirwinkels. De Notre-Dame is kitscherig van binnen. Verder hebben we vooral langs de kade geslenterd, dat is erg leuk met de oude pakhuizen aan de overkant. Vergane glorie ten top!
's Avonds weer gegeten in Rue St. Denis (nummer 3927) bij een hele goede Franse bistro: L’Express. Zeker een aanrader!
dag 3: Mont-Royal en botanische tuinen
's Ochtends hebben we de Mont-Royal beklommen. Eenmaal boven heb je een mooi uitzicht over Montreal. De berg is een recreatiegebied met bossen, picnicplaatsen en veel eekratten: eekhoorntjes die vooral erg rattig zijn. Vanaf de Mont-Royal naar het business-district gelopen dat er recht onder ligt. Hier veel hoge gebouwen, dikke auto's en mannen in pak. 's Middags zijn we met de metro naar de botanische tuinen gegaan. Dit is echt een aanrader! Wel prijzig, met 18 dollar pp, maar je zou hier zomaar een dag kunnen spenderen, zo groot is het. Vooral de Japanse en Chinese tuin zijn erg mooi. Als je hierheen gaat, neem dan je lunch mee en ga picknicken in de botanische tuinen.
's Avonds gegeten bij een theaterrestaurant op Rue St Catharine. Er was een festival gaande, Just for Laughs. Erg leuk om hierin terecht te komen!
NOVA SCOTIA
dag 4: vliegen van Montreal naar Halifax
's Ochtends vlogen we rond half 10 naar Halifax met Porter. Een prima vlucht van een uur. Bij aankomst in Halifax was het een uur later ivm tijdsverschil. Bij de luchthaven hebben we onze huurauto, een Toyota Corrola, opgehaald bij Thrifty. Er was even wat gedoe met credit cards en bellen naar ING, maar uiteindelijk mochten we 'm meenemen. Van te voren hadden we adressen opgezocht van Wal-Mart en MEC in en rondom Halifax. Hier zijn we heengereden op de in Nederland gekochte TomTom om nog wat kampeerspullen te kopen:
2 opklapbare stoeltjes (per stuk rond 10 dollar), achtergelaten bij campingwinkeltje op de laatste dag
een luchtbed, queensize, met elektrische pomp op C-batterijen van Intex (30 dollar), hebben wel 2x 6 batterijen bij moeten kopen. Het is dus echt gebruiksgemak, zo'n pomp, achtergelaten bij campingwinkeltje op de laatste dag
een gasje (prijs vergeten, zal niet meer dan 15 dollar zijn geweest - al bleken we achteraf toch het Europese systeem te hebben gekocht a la Primus, terwijl ze bij campings geen hervulling voor dit systeem verkopen. Koop dus het iets duurdere Canadese systeem!), mee naar huis genomen.
een koelbox van Coleman (20 dollar) - achtergelaten op de luchthaven, mocht niet mee als handbaggage.
een hamer voor de haringen (4 dollar)- was na de vakantie behoorlijk gaar, weggegooid.
We hadden op internet een pdf gedownloadt van alle campings op de national en provincial parcs van Nova Scotia. Er zit echter geen kaart bij, dus je zou het beste van te voren even kunnen opzoeken waar de campings precies zijn. De lijst is wel heel handig natuurlijk! Wij hebben 3 nachten gestaan in Laurie Provincial Parc. Dit was echt een fijne camping in een mooi gebied, het ligt een half uurtje rijden boven Halifax. Niet ver van de camping is een Sobey's te vinden.
dag 4: Peggy's Cove en Chester
De weg naar Peggy's Cove als je de snelweg af bent is werkelijk prachtig, na elke hoek weer een mooi meer met bos eromheen! Peggy's Cove zelf viel ons tegen. Het wordt behoorlijk toeristisch uitgemolken voor een simpel zeedorpje. Hele busladingen worden erheen gereden, dus het krioelt van de toeristen. Als je de mensen wegdenkt is het zeker een schattig dorpje met een mooie vuurtoren, dus wij raden aan om ‘s ochtends vroeg te gaan voordat de andere toeristen er zijn. We zijn langs de kust (mooi!) verder gereden naar Chester, waar wij heerlijk geluncht hebben. Chester zelf is weer zo’n klein zeedorpje maar dan rustig.
dag 5: Halifax
's Ochtends rustig aan gedaan en 's middags zijn wij naar Halifax vertrokken. Met de TomTom werden wij over de grote brug gestuurd om in Halifax te komen, werkelijk prachtig! Kost wel 1 dollar. In Halifax was een festival gaande: de Tall Ships waren binnen. Erg leuk om te zien. Voor 5 dollar kon je alle schepen op en bekijken. Wij zijn naar Pier 21 gegaan, een museum over alle immigranten die in Halifax zijn geland na WOII. Erg interessant en ontroerend. Halifax bezit een citadel en heeft een grote klok tegen de helling van de citadel. Dit bepaalt het stadsgezicht. Halifax heeft ook een museum over oa de Titanic. Hier stond echter een lange rij voor, wij zijn er dus niet geweest, maar het schijnt wel een aanrader te zijn. Parkeren hebben wij duur gedaan in een parkeergarage, dichtbij de citadel, maar je kon goedkoper (voor een 10tje per dag), even navragen dus of even blijven rondrijden tot je wat vindt.
dag 6: rijden naar Baddeck over Sherbrooke (400 km, 5,5 uur rijden)
De langste autodag die wij hebben gehad. Eerst over de 224, daarna de Marine Drive (7) en vervolgens vanaf Sherbrooke over de snelweg. Vooral de Marine Drive was adembenemend! Als je de kans hebt om die te rijden ipv de snelweg, raden wij dat zeker aan. Sherbrooke is een klein dorp met een openluchtmuseum waar mensen in klederdracht wonen zoals 200 jaar geleden. We zijn er niet in geweest, maar stond wel in de gids. Hier hebben we geluncht bij de enige Inn die Sherbrooke rijk is. We vonden de lunch wat duur voor wat het was. Misschien beter zelf lunch meenemen. Er is wel een supermarktje en een tankstation. Vervolgens verder over de snelweg naar Baddeck. Het eerste stuk is niet zo boeiend, maar waar je Cape Breton op rijdt is wel indrukwekkend. In Baddeck hebben we boodschappen gedaan bij de Co-Op en hebben we op een camping gestaan voor Baddeck, camping Bras d'Or. Gratis wi-fi en prima voorzieningen. Wel aan de dure kant en de plaatsen zijn kleiner dan in een park. Prima voor 1 nacht.
dag 7: de Cabot Trail op
Bij de ingang van het national parc heb je een toerist information centre waar je ook dagpassen kunt kopen (die zijn geldig tot de volgende dag 16.00 uur, 7,80 dollar pp). Hier hebben wij goede informatie gekregen over het park, bijv over de dieren in het park, waar je kunt kamperen, waar je walvissen kunt spotten vanaf de kust, wat voor hikes je kunt doen. Wij zijn op deze dag naar Meat Cove gereden, een prachtig strand met mooie rotsen. De weg erheen is unpaved. Ook hebben we bij meerdere uitzichtpunten genoten van de kustlijn of de prachtige bergen. We hebben bij Pleasant Bay ons kampement opgeslagen. Hier is een onbemande, primitieve camping. Wij stonden er als enige die nacht. Het geld voor de nacht moet je in een envelop stoppen en dan in de bus gooien. Hier is ook een wandelingetje naar een waterval te maken (30 minuten). Erg mooi! 's Avonds hebben we gegeten in Pleasant Bay bij Rusty Anchor: krab en kreeft (Best of both worlds!). Erg lekker, vooral de krab. Leuke bediening en een onbetaalbare zonsondergang.
dag 7: van de Cabot Trail naar Pictou (spreek uit: Picto)
's Ochtends om 9 uur zijn we aan de Skyline trail begonnen. Hier zou je elanden kunnen zien terwijl je op weg gaat naar een prachtig uitzicht van de kustlijn. Helaas geen eland te zien (waren te laat? te mooi weer?). De wandeling duurt 3 uur met veel foto's maken en is zo'n 8 km. Tegen 12 uur liepen we naar de auto, toen waren er al heel wat mensen aan de trail begonnen, het werd het echt filelopen. Deze wandeling dus het beste te maken bij dusk or dawn.
Hierna doorgereden naar Cheticamp. We dachten dat dit een groter plaatsje dan Baddeck was, maar het bleek een straat met huizen te zijn. We hebben geluncht bij het Acadians restaurant, hier dus het liefste Frans praten. Fish cakes waren ok, niet meer dan dat. Daarna zijn we doorgereden naar Pictou. Onze tent hebben we opgezet bij Birchwood campgrounds. Redelijk kleine camping, wel duurder dan in de parcs. Later bleek dat we ook in Caribou/Munroes Island Provincial Park hadden kunnen staan.
dag 8: naar New Brunswick
De volgende ochtend zijn we Pictou ingereden. Aan de rand is een visitor centre te vinden (de vorige avond niet gevonden op de tomtom, tomtom had wel birchwood campground gevonden via Nuttige plaatsen) en een Sobey's en Home Hardware store. Hier hebben we een hervulling voor ons gasje gekocht (de vorige avond tijdens het pancakes bakken was ons gasje opgegaan: tip: hou altijd een gasje op voorraad). In Pictou was een klein museum over een van de eerste lichtingen immigranten. Ze hadden de boot waarmee ze gekomen waren, een Nederlands cargoschip, Hector, nagebouwd en er was een film te zien. Erg leuk museumpje! Geeft een goed beeld van wat de immigranten hebben doorstaan, op de boot, en ook het eerste jaar in Canada.
Hierna zijn we op weg gegaan naar New Brunswick. We wilden een camping in de buurt van Hopewell Rocks. De camping die we tegenkwamen, Ponderosa Pines, was in principe prima. Onze plek was mooi en het lag ook mooi. Sanitair had schoner/beter gekund (wc's waren een beetje krap). Wel was er een grote laundry kamer met wasmachines en drogers, hier hebben we meteen gebruik van gemaakt.
NEW BRUNSWICK
Dag 9: Pijpestelen en St. John
's Ochtends begon het keihard te regenen terwijl we aan het inpakken waren. Snel alles de auto ingedrukt en toen weggereden. De hele dag bleef het zo: het kwam met bakken uit de hemel. We zijn doorgereden naar Cape Enrage (toegang, iets van 4-5 dollar pp, wel 2 dagen geldig). Hier kregen we een rondleiding in de vuurtoren, erg leuk! Het bleef echter keihard regenen. Het restaurant serveert behoorlijk zwarte hamburgers, oppassen dus! Ik heb de mijne terug gestuurd.
Uit arren moede zijn we doorgereden naar St John. (2 uur rijden vanaf Enrage). St. John is erg Engels met victoriaanse huizen. Verder niet heel veel te beleven oa door de regen. Wel was er een mooie oude markthal met veel verse spullen. Hier ons avondeten gehaald: heerlijk brood, worstjes om te bakken/roosteren, rijpe aardbeien. Heerlijk!
Daarna terug richting Hopewell Rocks in de hoop dat de regen ondertussen zou ophouden. We zijn naar Fundy nat. parc gereden en hebben hier 2 nachten gestaan. Prima plek, wel redelijk ver van het sanitair af. De tent hebben we redelijk droog op kunnen zetten en ook eten maken was te doen: de regen was bijna over!
Dag 10: Hopewell Rocks en Fundy Parc
's Ochtends zijn we naar Hopewell Rocks gereden (45 min vanaf het parc). Bij aankomst keken we onze ogen uit: het leek we de ingang van de Efteling, zoveel mensen dat er waren! Entree was iets van 9 dollar pp, wel 2 dagen geldig. Hopewell Rocks was spectaculair. Zeker de moeite waard. Vooral ook het uitzicht op het strand met het zanderige water was prachtig. Hou wel rekening met de mensenmassa's. Helaas hebben wij niet kunnen zien hoe hoog het water stond met vloed, vanwege onze in het water gevallen dag en we de volgende dag weer vertrokken.
's Middags zijn we terug gereden naar het parc. We hebben toen de 30 min durende wandeling naar de waterval gemaakt. Een plaatje! Tegen de avond nog een wandeling van 2 uur naar een dam.
Rondom Funday parc is trouwens geen fatsoenlijke supermarkt te vinden, op de kleine convenience stores in Alma na. Grote supermarkten zijn er in Moncton en St. John. (en dat is 1.5-2 uur rijden).
Dag 11: nog een wandeling en dan naar Fredericton
's Ochtends vroeg om 07.30 uur begonnen aan de 2 uur durende wandeling naar een grote waterval. Een beste klim was het wel, maar de waterval was prachtig. Daarna snel de tent inpakken en doorrijden naar Fredericton. We hebben bij Woolastook op de camping gestaan. Prachtige ruime camping, lekker rustig. Het was beduidend warmer, het binnenland in. Aan het einde van de middag Fredericton nog even in. Het stadje had niet veel om het lijf, maar we hebben heerlijk Italiaans gegeten bij Brewbaker’s.
QUEBEC
Dag 12: naar Riviere-du-Loup
We hadden geen ontbijt, dus bij Tim Hortons ontbeten. Heerlijke cinnamon rolls! Onderweg bij een stadje boodschappen gedaan en ‘s middags gepicknickt. Halverwege de middag kwamen we aan in Riviere-du-Loup (RdL). Eerst naar het visitor centre, we wilden graag info over campings in de buurt en walvistochten. Hier kaartjes gekocht voor de volgende ochtend, 09.30 uur. Hier weer een fatsoenlijke IGA (zoiets als Sobey’s), dus flink eten ingeslagen. We stonden op de camping municipale. Dit was de enige camping waar je de auto niet bij je kampeerplek mocht zetten. Ook hadden we hier geen firepit. De plek zelf was verder prima. Er stonden wasmachines en drogers, dus hier maar weer eens gebruik van gemaakt.
Dag 13: walvistocht en naar Quebec
's Ochtends voor de walvistocht de auto ingepakt. We waren net op tijd mee! De tocht duurde 3,5 uur, voor iets van 60 dollar pp. Zeker niet goedkoop, maar wel een mooie lange tocht met veel kans op walvissen. Die hebben we ook gezien! Ook hele scholen met zeehonden, erg leuk. Zeker een aanrader!
Na de tocht gepicknickt en tegen 3 uur reden we richting Quebec over de provinciale weg (de 132). Deze weg zou volgens onze gids niet onder doen voor de Cabot trail. Wij vonden er echter niet veel aan, in het begin wat mooie stukjes met uitzicht op zee, maar je rijdt voornamelijk door dorpjes heen. Zouden wij de volgende keer overslaan (iig het stuk tussen RdL en Quebec, misschien is het tussen RdL en Gaspe wel heel mooi) en snel met de snelweg doen. In Quebec kwamen we tegen half 7 op de KOA camping aan. Reserveren is aan te bevelen op het strookje T1 tot T6. De duurste camping die we gehad hebben, rond de 40 dollar per nacht, en dat naast de snelweg. Voorzieningen zijn verder prima. Als we vantevoren een camping gezocht hadden, zouden we waarschijnlijk ergens anders zijn gaan staan.
Dag 14: Quebec en een beetje moe
De volgende dag zijn we Quebec ingereden. Dat is prima te doen. We stonden in een parkeergarage voor 7 dollar per dag (wel alleen met credit card betalen), bij de hoek van Place George V E en Avenue Laurier. Ertegenover is een visitor centre.
We zijn via de citadel naar de promenade gelopen bij hotel Frontenac. Het was erg heet die dag! We liepen een beetje verloren rond, want erg moe na zoveel reisdagen achter elkaar. We zijn in de middag naar de camping teruggereden, hebben sandwiches gesmeerd, en zijn niet veel later doodmoe in bed gaan liggen.
Quebec zelf is erg toeristisch, vooral Vieux Quebec. Wel weer lekker Frans eten!
Dag 15: Quebec en geschiedenis
Deze dag zijn we eerst naar Levis gereden. Hier zitten ook weer een IGA, Canadian Tire, genoeg banken etc. Ook kun je vanaf hier met het veerpontje naar Quebec gaan. Dat hebben wij gedaan. Iets van 6-7 dollar pp voor de retour. De auto hebben we laten staan bij de veerpont, voor 10 dollar per dag.
Vanaf de veerpont heb je mooi uitzicht op de stad, zowel heen als terug. We zijn naar de multimedia voorstelling gegaan over de Plains of Abraham, te vinden in het visitor centre beschreven in dag 14. Dit is echt een aanrader! Een hele duidelijke tentoonstelling over de strijd tussen de Engelsen en de Fransen. Daarna zijn we naar het musee des beaux arts gegaan, op hetzelfde terrein. Op de Grand Allee hebben we geluncht. Het museum had een interessante tentoonstelling over vrouwelijke kunstenaars uit Amerika en Mexico. Ook de vaste collectie is de moeite waard (en is grotendeels gratis te bezoeken). De Inuit art vonden wij leuk.
's Avonds gegeten in vieux Quebec, en vooruit, nog een souvenir meegenomen (maple syrup voor schoonouders die op het huis hebben gepast). Daarna met het veerpontje weer terug.
Aan 2 dagen hadden wij meer dan genoeg om een indruk te krijgen van Quebec.
Dag 16: naar parc Mont-Tremblant
Onze laatste stop voor de terugkeer is weer een national parc. Helaas begon de lucht steeds meer te betrekken en hebben we net op tijd de tent opgezet voordat de hoosbui begon. We stonden op zand, waardoor de tent voor het eerst in 2 weken modderig werd! Het regende zo hard, dat we niet op het gasje konden koken en zijn dus door de stromende regen naar St. Donat gereden om te eten. Niet veel bijzonders voor een soort snackbar diner, maar de petit frites was een portie voor reuzen!
Dag 17: het parc in de regen
's Ochtends regende het nog steeds. Erg jammer voor onze laatste echte dag… Tegen de middag toch maar de auto ingegaan, wie weet zou het snel ophouden. We zijn richting Lac Monroe gereden en kwamen 2 herten tegen die de weg overstaken. Zo mooi. Dit parc bestaat oa uit 500 meren die met elkaar verbonden zijn. Ideaal voor kanovaren dus. Dit hadden we zeker willen doen als we langer waren gebleven. Het parc is het mooiste van de 3 parcs die we gezien hebben, vonden wij dan. Als we een parc hadden moeten overslaan, was het Fundy geweest. We hebben in parc Mont-Tremblant 3 watervallen gezien en een wandeling van 2 uur gemaakt naar een fantastisch uitzicht over Lac Monroe. Echt adembenemend. De regen had ondertussen plaats gemaakt voor een stralende zon! Wij stonden trouwens bij het Lac des Sables.
's Avonds voor het laatst pancakes gebakken…
Dag 18: de terugkeer
Deze dag stond in het teken van opruimen en inpakken. De tent bleek een flinke klus door alle regen en modder. Maar gelukkig was het weer stralend en heeft de buitentent op de auto kunnen drogen. Verder alles met een sopje schoongemaakt wat modderig was. Het grondzeil (dun plastic, dubbel gevouwen) hebben we weggegooid. Dit zeil hadden we voor 10 dollar gekocht en heeft zijn geld zeker opgebracht. Sommige spullen hebben wij achtergelaten (zie boven). We vonden het te ver gaan om goede spullen weg te gooien, dus hopelijk heeft er nu iemand nog wat aan gehad.
Tegen 13.00 reden we de camping af. In St. Donat nog snel wat ansichtkaarten gekocht en gepicknickt. Daarna naar Montreal gereden (reisduur 2 uur, waarvan 30 min. door het parc, we stonden met de tent echt ergens middenin het parc en de wegen in het parc zijn grotendeels gravel). Om half 5 leverden we de auto in. Dit was in 5 minuutjes gebeurd. Daarna inchecken en baggage inleveren. Om 19.15 vlogen we terug naar Amsterdam, afgelopen vrijdagochtend zijn we om half 8 geland.
Mochten er nog mensen van plan zijn om Oost-Canada op te zoeken en vragen hebben over onze reis: laat het gerust weten!